Geschiedenis

Het prille begin

Alles begon in 1958. Enkele kajotters wilden graag toneel spelen. Omdat jeugdtoneel in die tijd nog niet hip was, zochten zij hulp bij hun oudere vrienden van de KWB. Daar waren onmiddellijk enkele mensen bereid hun medewerking te verlenen. Jozef Seynhaeve, Willy Delhaeye, Charles Deleu en Frans Vanassche en proost E. H. Driesens sloegen de handen in elkaar! Toneelvereniging In Eer en deugd was geboren.

Het allereerste toneelstuk zou een drama worden. Ik Eis De Doodstraf was de eerste titel. En die sloeg in als een bom. Bouwvakker Charles Deleu kende iemand, een collega uit Oostnieuwkerke. Hij speelde enkele jaren toneel en waagde zich wel eens aan een regie. Die moest aangesproken worden! En ja hoor, Andre Degryse werd de eerste regisseur. De belangstelling bij deze eerste vertoning was maar povertjes. De regisseur zei: "Als ge veel volk wilt hebben, moet ge een stuk spelen met veel spelers!". Ze zochten steun bij de boerengilde, die ook soms toneel speelde. Zij voerden kort daarvoor de voorstelling De Filosoof van Hagem op. De groep kreeg bijval en mocht enkele nieuwe leden verwelkomen. Meester Vanneste werd de nieuwe voorzitter. De Eikeboom was het volgende stuk die In Eer en Deugd bracht, een stuk met maar liefst 16 spelers. De belangstelling groeide en vanaf 1961 besloot de groep om 2 stukken per seizoen te spelen.

Twee stukken per seizoen

Het kiezen van een stuk bleek zeer moeilijk. Toen waren enkel mannen lid van de vereniging. Iets wat de vereniging al gauw in vraag durfde stellen. Maar die nieuwe piste was riskant. De centrale vraag was: stond meneer pastoor, de eigenaar van de zaal, daarvoor open? Dat moest aangevraagd worden bij de hogere geestelijke overheid en in 1964 kwam de schriftelijke goedkeuring, zij het met een aantal voorwaarden. Het eerste gemengd stuk werd in 1964 opgevoerd met als titel De Meesterknecht.

De vrouwelijke speelsters werden gezocht bij de Kajotsters. Zo werden Monique Vangeenberghe en Lucienne D’Autry de eerste vrouwelijke leden van de groep. De bijkomende leek werd Marie-José Deforche. Vanaf 1966 werd, door het wegvallen van enkele pioniers, opnieuw gekozen voor één productie per seizoen. Intussen was ook de regisseur vervangen door iemand van eigen gemeente, de toenmalige postmeester Omer Nollet.

Op weg naar De Gouden Meeuw

Vanaf 1967 werd beroepsacteur Frans Denturck onze huisregisseur, met assistentie van Marie-José Deforche. Samen deden ze dit 30 jaren lang. Tot 1970 is er telkens maar één opvoering per productie gebracht. Van 1971 tot 1980 voerde de vereniging telkens twee opvoeringen op. Tussen 1981 en 2000 slaagde de groep er zelfs in om de zaal tot drie maal toe te laten vollopen. De jaren ’76 en ’77 waren moeilijk. Door enkele familiale problemen draaide de vereniging op een laag pitje. In 1978 hervatte de groep vol volle moed haar producties.

Na de productie van 1997 haakten onze voorzitster, Marie-José Deforche, en onze huisregisseur, Frans Denturk, af voor gezondheidsredenen. Even werd gevreesd dat het lot van de groep bezegeld was. Enkele jongere leden namen resoluut het heft in handen. In tien jaar tijd groeide het spelniveau! De vereniging slaagde er zelfs in enkele prestigieuze prijzen in de wacht te slepen: De Gouden Meeuw (2003) en de Cultuurtrofee Groot-Zonnebeke (2013). Ook het aantal toeschouwers bleef toenemen. 

Op vandaag slaagt de groep erin om zeven voorstellingen te brengen per productie en dat telkens voor een bomvolle zaal. Tot op heden hebben niet minder dan 174 mensen deel uitgemaakt van onze vereniging waaronder 11 regisseurs :

  • Van 1958 tot 1962 – Andre Degryse
  • Van 1962 tot 1965 – Omer Nollet
  • In 1966 – Oswald Maes
  • Van 1967 tot 1998 – Frans Denturck
  • In 1999 – Luc Callewaert
  • Van 2000 tot 2002 – Jozef Dessein
  • Van 2003 tot 2008 – Fernand Bondue
  • Van 2009 tot 2010 – Marcel Vandemaele
  • Van 2011 tot 2012 – Serge Vanneste
  • Van 2013 tot 2014 – Gilbert Vandamme
  • In 2015 – Peter Coine
  • In 2016 - Gilbert Vandamme 
  • In 2017 - Gino Bruneel
  • In 2018 - Bernard Vanoverberghe
  • In 2019 - Marcel Vandemaele
  • In 2020 - Gino Bruneel